Verlichting is een van de meest dramatische veranderingen in ons milieu. Assimilatielampen in kassen, beveiligings-schijnwerpers in tuinen, het dichtverlichte wegennet, xenon-projecties op monumentengevels, witverlichte tennisbanen en reclameborden langs iedere snelweg.
Licht lijkt een onlosmakelijk bijeffect van de verstedelijking. In geïndustrialiseerd gebieden zoals West-Europa is het nagenoeg onmogelijk om nog plekken te vinden waar de hemel helemaal donker is.
Nederland is te licht
Jaarlijks worden miljoenen euro’s verspild door inefficiënte verlichting. Slecht afgeschermde lichtbronnen veroorzaken veel stoorlicht dat niet op de wegen of straten valt, maar omhoog straalt. Aangezien voor elektrische verlichting fossiele brandstoffen worden opgestookt en geen/amper zonnestroom wordt gebruikt, betekent dit ook een ongewenste uitstoot van kooldioxyde in de atmosfeer. Lichtvervuiling vormt, net zo goed als lawaai en stank, een aanslag op het milieu. Bekijk ook de begrippenlijst.
Niet alleen mensen hebben last van teveel licht. Voor de meeste dieren is het een ramp. De meeste diersoorten in Nederland zijn ‘s nachts actief en als je bosje opeens verlicht wordt veranderen alle evenwichten.
Naast economische en ecologische schade, kent lichtvervuiling ook ethische en esthetische bezwaren. Het nachtelijk duister is een esthetisch waardevol bezit, dat niet zomaar mag worden opgeofferd aan verloren licht. Verlichting is vaak bedoeld als reclame, maar in een bewuste maatschappij is het anti-reclame.
Hoe licht is de wereld?
Op 3 augustus 2001 verscheen ‘The First World Atlas of the Artificial Night Sky Brightness’. Het rapport toont de resultaten van een groot, wereldwijd onderzoek naar de (over)belichting van de hemel. Zie ook de wetgeving in Nederland.
Ongeveer twee derde van de wereldbevolking en 99% van de bevolking in Europa en Amerika (uitgezonderd Alaska en Hawaï) leeft in gebieden waar de nachthemel bovengemiddeld is ‘vervuild’ met licht. Het zicht op de melkweg is verdwenen bij een vijfde van de wereldbevolking, meer dan twee derde van de Amerikaanse bevolking en meer dan de helft van de Europese bevolking. De data die voor de samenstelling van de atlas zijn gebruikt, dateren van 1996 en 1997. Maar sindsdien, zo zeggen de onderzoekers, is de situatie er alleen maar erger op geworden.
Normaal gesproken zijn er ‘s nachts 2500 sterren met het blote oog zichtbaar, in de steden zijn dat er slechts enkele.
Uit de conclusies van het onderzoek: “Uit de Atlas blijkt dat lichtvervuiling zich niet beperkt tot — zoals vaak wordt gedacht — de ontwikkelde landen. Het is een mondiaal probleem dat vrijwel elk land in de wereld aangaat. Zoals verwacht is het probleem het grootst in de Verenigde Staten, Europa en Japan. Maar de nachthemel wordt ernstiger bedreigd dan over het algemeen wordt gedacht.”